Het is het einde van de dag. Met een wel erg dikke buik lig ik op de bank. Het is twee weken voor de uitgerekende datum en ik vraag me af: wat heb ik nou eigenlijk gedaan vandaag? Een vriendin is komen koffie drinken in de ochtend. Ik kon mijn hoofd bijna niet bij het gesprek houden. Het enige waar ik aan kon denken is, wanneer zal de baby komen? Hoe zal de bevalling gaan? Hoe zal hij eruit zien?
De laatste loodjes zijn niet alleen het zwaarst, maar er is ook een raar proces in gang gezet. Een transformatie van extraverte, avontuurlijke dame naar het kruipen in mijn cocon. Afgesloten voor de rest van de wereld met focus op maar één ding, de komst van de baby. Wat een verschil met een paar maanden terug. Ik werd niet meer ingezet op door mij of door anderen geacquireerde opdrachten. En waarom niet? Omdat ik halverwege de opdracht met zwangerschapsverlof zou gaan en de opdracht dus niet af kon maken. Dit vond ik erg frustrerend. Ik was volledig in staat om te werken, maar werd langzaam uitgerangeerd. Nu lijkt het of ik zelf niets anders kan doen dan in mijn schulp kruipen.
’s Middags ben ik een paar winkels in geweest om een nachthemd met knoopjes te kopen voor de bevalling. Naar de stad fietsen gaat nog wel. Maar eenmaal van mijn fiets heb ik het zwaar. Waggelend en met druk op mijn onderbuik loop ik de winkel in naar de rekken. Ik ben alweer buiten adem. Vijftien kilo extra meezeulen is niet niks. Het passen gaat ook moeizaam met veel gesteun. Pff, ik wist niet dat een zwangerschap je van actieve, sportieve dame omtovert in een bejaarde. Ook het zwangerschapszwemmen confronteert me daarmee. Een paar weken terug deed ik dat voor het eerst. De oefeningen in het water zijn te tuttig voor woorden. Mijn conditie zal hier echt niet door verbeteren. Vorige week besluit ik toch nog een keer te gaan. ’s Middag kan ik geen boe of bah meer zeggen, uitgeput door nota bene dat zwangerschapszwemmen. Mijn lijf lijkt overgenomen te zijn, buiten mijn wil om.
En zo maak ik ook kennis met het fenomeen nestdrang. Opeens moet ik de koelkast en vriezer ontdooien en helemaal schoonmaken. Ook de oven moet van top tot teen gereinigd worden. Ik sta alle babykleertjes te wassen en op te vouwen. Mijn oud-huisgenoten van mijn studentenhuis in Groningen zouden trots op me zijn: van smeerpoets naar “alles moet schoon”. Ook maak ik ineens lijstjes met wat er nog moet gebeuren aan het huis en wat er nog geregeld moet worden. Van chaoot (weliswaar georganiseerde chaos) naar “controlfreak met lijstjes”.
Wat een transformatie. Verander ik na de bevalling wel weer in mezelf en krijg ik mijn lijf weer terug? Of komt er nog een transformatie overheen, die naar moeder?