Een collega heeft mijn ‘over deze auteur’-tekst bij deze weblog gelezen. Hij mailt: ‘Alles is heel herkenbaar. Veel dingen leuk vinden. Dat niet kunnen kiezen. Kan ik een keer met je praten hoe jij tot keuzes komt in je leven?’

Tja, denk ik, ben ik de juiste persoon om mee te praten? Is mijn manier van keuzes maken wel de way to go?

Hoe kom ik eigenlijk tot keuzes? Dat proces zal trouwens per geval wel verschillend zijn. Soms weet ik niet eens hoe ik tot een keus ben gekomen. Als ik voor een tram wegspring, ben ik gewoon weggesprongen en heb ik niet een heel keuzemenu afgelopen in mijn hoofd.
Laatst met het kopen van een goed beeldscherm voor mijn computer heb ik wel tot in den treuren de voor- en nadelen van elk scherm afgewogen. Maar dit soort keuzes bedoelt mijn collega niet.

Opeens word ik uit deze gedachten weggerukt door hard gelach van de collega die met haar laptopje naast mij zit. ‘Ha ha ha, ik zit een passage over jou te lezen, hi hi hi.’

Ze leest voor: ‘Ik had eerlijk gezegd geen idee wat Twynstra Gudde precies doet, maar het klikte. Hugo, een latere collega, vertelde over zijn zoontjes, zijn privéleven.’ Je hebt dus voor TG gekozen omdat iemand zo leuk over zijn zoontjes vertelde?’

‘Ja… nou… het voelde gewoon goed’, probeer ik me nog te verantwoorden. Maar ik kan waarschijnlijk niet verhinderen dat het een beetje onbenullig op haar overkomt. Zo’n belangrijke keuze in je loopbaan en dan zeggen dat het ‘gewoon klikte’. Dat klinkt niet als een verantwoorde, rationele beslissing.

Steeds meer begin ik te denken dat mijn collega met keuzestress niets heeft aan een gesprek met mij. Totdat ik het boek van Ap Dijksterhuis lees, Het slimme onbewuste.
Hij schrijft dat je simpele keuzes best rationeel kan maken. Ik denk aan mijn pasgekochte beeldscherm voor mijn computer. Maar voor belangrijke beslissingen moet je je rechterhersenhelft gebruiken. Vertrouwen op je onbewuste. Wat betekent dat dan, hoe doe je dat, je rechterhersenhelft gebruiken? Ik lees verder. Maar wat volgt blijkt gesneden koek voor mij te zijn. Slaap er een nachtje over en laat je gevoel beslissen, zo maak je de juiste keuze volgens Ap.

Ik voel me een stuk minder onbenullig en maak een afspraak met mijn collega met keuzestress.