Help, ik ben onderdeel van een groep. Geen ontkomen meer aan. Ontworstelen van de groepsdynamiek is niet mogelijk. Tijdens een zeilreis in de Carribeans worden alle fases van het groepsproces doorlopen, constateert Eugénie Boon.
Ik ben samen met een vriendin aan het meezeilen op de Carib Kiss van Berend Botje. Een schipper en acht meezeilers. Het is een fantastische zeilreis. Twee weken langs de meest rustige baaitjes, de beste snorkelplekken, de meest schilderachtige havenstadjes bij Martinique, St Lucia, St Vincent & the Grenadines. Maar dat betekent ook met bijna alleen maar onbekenden twee weken op elkaars lip op een boot van 35 vierkante meter!
In mijn werk begeleid ik veel groepen. Dan let ik op de groepsdynamiek en de groepsontwikkeling. Als begeleider, facilitator. Er zijn vier fases van groepsontwikkeling: oriënteren, conflicteren, normeren en vervolgens als het goed is produceren. Of om het beeldend te maken: van baby naar puber naar volwassene en uiteindelijk partner. Maar ik weet ook dat sommige groepen stagneren bij een fase of terugvallen.
Hoe gaat dat proces aan boord van de Carib Kiss? Nu is er niets te begeleiden of te facilitaten. Nee, ik ben onderdeel van de groep. Én van de groepsdynamiek.
Het begint met dat ik de rest van de groep ontmoet op Schiphol. Een verzameling losse individuen (‘los zand’), nog geen groep. Het is aftasten, afwachten, voorzichtig naar elkaar en veel door elkaar heen praten.
We proberen elkaar te leren kennen. Maar hebben bij aankomst op de transitluchthaven in Parijs, Charles de Gaulle, al een crisis. Dit helpt bij de bonding. De tas van één van de zeilgenoten blijkt er niet te zijn. Veel tijd gaat verloren. Dan staan we op de bus naar Paris Orly te wachten. Twee gaan koffie halen en naar de wc. Iedereen is te vriendelijk en laat de twee lekker wegkuieren, waardoor we bijna onze aansluitende vlucht naar Martinique missen.
Bij aankomst op de boot is duidelijk de volgende fase aangebroken. Bepalen wie het voor het zeggen heeft en testen wat je aan elkaar hebt. De schipper zet een aantal duidelijke piketpalen uit. En er staan een paar rebellen op, die tegen die piketpalen beginnen te trappen. Confrontaties worden aangegaan, opvattingen uitgesproken en voorstellen gedaan.
Dan gaan we geleidelijk over naar de volwassenfase, er is sprake van een team. Ieder heeft z’n taak en neemt die heel serieus. Penningmeester, cateraar, ankeraar, navigator, dingy verlegger, grootzeiluitroller, ruginsmeerder, zonnedekligger, lierder etc.
We luisteren naar elkaar, zoeken consensus, nemen eigen verantwoordelijkheid en… er is een grote sociale controle. Als een van de reisgenoten staat te zoenen op het strand met Crazy Cat (caribische bijnaam), is het “nu mee of straks zwemmen”.
We zeilen de boot als de schipper een uiltje knapt (of doet alsof). Naadloos worden problemen opgelost. Als het allemaal helemaal vanzelf lijkt te gaan, stagneert de boel toch op de laatste avond. Één van de reisgenotes roept dronken over een ander, die lijkt te slapen, dat ze wel weer iets te mekkeren zal hebben. De ander hoort dat en bij het afscheid zijn we weer beland in de puberfase. Het is mooi geweest.