Eugenie Boon heeft zo haar twijfels over de dialoog. Echt luisteren en vooroordelen loslaten blijkt niet altijd even makkelijk
Nicolette Loonen deed in haar reactie op mijn vorige blog een oproep aan mij. Een oproep om in dialoog te gaan met de ander over vrouwelijke kwaliteiten en mannelijke kwaliteiten en het op waarde schatten van beide.
In dialoog gaan….In mijn werk ben ik vaak bezig met dialoog. Het gaat alleen nooit over dat onderwerp. Ik leer regelmatig organisaties de dialoog aan te gaan met hun stakeholders, klanten en/of medewerkers. Dialoog is een fantastisch middel. Het plaatst de dingen en de mensen naast elkaar, in plaats van tegenover elkaar. Het legt daarmee de basis voor betere communicatie, wederzijds vertrouwen en menselijk begrip voor het aanpakken van praktische en strategische onderwerpen.
Iedereen denkt te kunnen luisteren. Maar luisteren is niet je mond houden en wachten tot je mag gaan praten. Nee, actief luisteren is proberen je vooroordelen los te laten en je daadwerkelijk in die andere persoon of organisatie proberen te verplaatsen. En dan…… gebeuren er héle mooie dingen. Zoals laatst een akkoord tussen het Havenbedrijf en Milieudefensie met betrekking tot de ontwikkeling van de Tweede Maasvlakte. Een aantal collega’s van mij hebben het Havenbedrijf geholpen met de dialoog aan te gaan en zie daar een akkoord dat niemand voor mogelijk had gehouden.
Ook privé ben ik bezig met de dialoog. Maar dan op microniveau. Regelmatig heb ik een dialoog met de andere sekse over wie er voor de kinderen moet zorgen: de man en/of de vrouw? Ik probeer dan de technieken van de dialoog ook toe te passen, want dan gebeuren er immers héle mooie dingen!?
“Ik wil wel huispappa worden en voor de kinderen zorgen”, zegt een man tegen mij. De dialoog vereist dat ik mijn vooroordelen loslaat. Dus ik mag niet denken, wat een lui zwijn dat hij thuis wil zitten, hij denkt zeker dat dat relaxed is. En ik moet me in de andere persoon proberen te verplaatsen. Dus ik toon oprechte interesse en vraag wat maakt dat hij graag huispappa wil worden. Maar wat doe je dan als hij antwoordt: “Dat is wel een bohemien life, lekker met mijn vrienden in de kroeg zitten met de creditcard van mijn vriendin”.
“Ik zou het niet erg vinden als mijn vriendin de eerste vier jaar thuis blijft om voor de kinderen te zorgen”, zegt een andere man tegen mij. Ik moet weer mijn vooroordelen loslaten en niet denken: “hij wil dus eigenlijk een kindermeisje”. En ik moet me in hem proberen te verplaatsen. Dus ik toon oprechte interesse en vraag wat maakt dat hij het wel prima vindt als zijn vriendin de eerste vier jaar thuis blijft en voor de kinderen zorgt. Maar wat doe je dan als hij zegt: “Ik vind kinderen in die leeftijd niet leuk en ik heb geen zin in die vieze poepluiers en ’s nachts het bed uit als ze huilen.”
Moet ik dan maar kappen met die dialoog? Of in ieder geval wat dit onderwerp betreft? En zoals Henk Noort ons vrouwen aanraadt in zijn column “Darwin voor vrouwen”, alleen kinderen krijgen van mannen die de zorg willen delen?