Eugenie Boon ontdekt dat ook zij zo haar eigen beren op de weg heeft

Een paar maanden geleden maak ik kennis met twee dames met wie we als TG misschien gezamenlijk een offerte willen maken voor een grote klant. Zij geven veel trainingen, wij begeleiden veel verandertrajecten.

Proefkonijn

Ik zit aan de koffie met hen centraal in Nederland, het AC wegrestaurant in Meerkerk. Het klikt erg met beide dames. Zo warm en hartelijk alsof er een warme deken over me heen valt. Aan het eind van het gesprek kijken ze elkaar aan en één van hen zegt tegen de ander “zullen we”? De ander knikt. Ze vertellen dat ze een persoonlijke ontwikkelingstraining hebben ontwikkeld. In januari organiseren ze een proeftraining. “Wil jij meedoen als proefkonijn?” Ik zeg enthousiast meteen ja.

Nu is het zover. Donderdag avond kom ik in Renesse aan. De receptioniste begeleidt me naar een wigwam, de tipi-tent. Een mooie vuurkorf en warmtelampen geven de wigwam een aangename temperatuur. Een tiental mensen staan om het vuur heen en zijn aan het kennismaken met elkaar. Twee dagen laat ik me meevoeren in de training.

Beren

Één van de onderdelen is een spel. Met een groepje van vijf zitten we om een tafel met kaarten. Op deze kaarten staan vragen en stellingen gerubriceerd in de vijf elementen hout, water, vuur, aarde en metaal. Wij mogen allemaal één kaart eruit pakken waar we over willen praten, discussiëren met de groep. Eén van de vrouwen uit mijn groepje heb ik tijdens de lunch kort daarvoor leren kennen, een lief en betrokken mens. Zij pakt de kaart met de stelling “grenzen bestaan alleen in je hoofd”. Ze vertelt: “Als ik iets wil realiseren, oppakken, initiëren, creëren mijn gedachten altijd een hoop beren op de weg. Ik ben de hele tijd aan het pro-beren niet naar die negatieve gedachten, de beren op de weg, te luisteren. Ze te negeren. Maar dat werkt niet echt.”

Afschieten

Ze is even stil en kijkt naar de kaart. “Ik voel me door deze beren gehinderd”, gaat ze verder. De groep denkt na over adviezen om de beren af te schieten. Om haar hoofd zogezegd te ont-beren. Eén van de grootste mannen uit de groep, een echte beer van een vent, heeft een suggestie. “Zou het helpen om tegen de negatieve gedachten, gedachten te zetten die vertellen waarom het wel zou kunnen?” De zogenaamde hulp- of steunberen. Een ander zegt dat ze de beren maar moet accepteren en er geen energie aan moet verspillen om tegen ze te vechten. Omarm ze maar, dan hebben ze minder macht. Maak er knuffelberen van. En misschien worden het dan wel “was”-beren.

Beknuffelen

Ikzelf heb weinig last van beren in mijn hoofd. In mijn hoofd kan altijd alles. Mijn dromen en mijn fantasie brengen me overal. In mijn hoofd heb ik die mooie opdracht bij die grote klant al binnen. In mijn hoofd ben ik voor altijd bij die grote liefde. In mijn hoofd zijn de zieke mensen om wie ik geef weer beter te maken. In mijn hoofd zit ik al op die zeilboot in de Caribe.
Nee, bij mij begint soms juist mijn gevoel of intuïtie beren op de weg te gooien. Het voelt niet goed, het begint te knagen. Wel vage beren hoor zijn dat, moeilijk te tackelen.
Of als mijn gevoel dat niet doet, dan strooit de realiteit die beren wel. Die beren zijn verre van vaag, die staan gewoon keihard voor mijn neus.
Zou het helpen om deze beren ook gewoon te omarmen? Ze er gewoon te laten zijn en er knuffelberen van te maken?