Je moet eens wat rustiger doen.
Ja, dat is al vaak tegen mij gezegd. En ik dacht inderdaad dat het me zou helpen, meer rust in de tent. Maar ja, ik heb nu eenmaal veel energie en enthousiasme. Dat kan anderen ook inspireren.

Je moet niet al een uitgewerkt plan voor de eerste sessie neerleggen.
Dat kan anderen demotiveren om ook na te denken over hoe dit aan te pakken. Aan de andere kant: die daadkracht en dat initiatief zijn ook handig. Kunnen ze lekker schieten op wat ik heb neergelegd.

Je moet niet iedereen betrekken. 
Ja, dat kost wellicht wat tijd in de afstemming. Maar: door samen te werken breng je het resultaat toch op een hoger plan?

Je moet je kennis niet zo ten toon te spreiden. 
Oeps, kom ik over als een betweter? Ik vind het over het algemeen wel fijn als iemand dingen vertelt die nieuw zijn. Kan ik kennis aftanken en er mijn voordeel mee doen.

Je moet niet zoveel lachen.
‘Nee hè’, hoor ik mezelf denken. Die zin is ook al vaker voorbijgekomen. Ja, ik weet het. Te veel lachen kan irritatie opwekken of het gevoel geven: neemt ze me/het wel serieus? Aan de andere kant: plezier in de klus en met het team heeft nog nooit iemand kwaad gedaan.

Wat willen de mensen die dit soort dingen tegen me zeggen? Dat ik een kloon van hen word? Dat ik me aanpas aan ‘zo zijn wij in deze organisatie’? Val vooral niet uit de toon. Kom niet met je kop boven het maaiveld. Maak je klein en kom niet in mijn domein. Wees vooral niet anders!

Of is het goed bedoeld? Mij bewust maken van het mogelijke effect op anderen van het volledig mezelf zijn. Daar ga ik maar van uit en dat lijkt me goed! Hoe bewuster ik me van mijn effect op anderen ben, hoe effectiever ik zal zijn.

Maar stimuleer ook de kracht van anderen, laat hen bloeien en ga hen niet snoeien. En als je snoeiers tegenkomt, laat je kracht zien, maak je niet klein. Straal, daarmee geef je onbewust anderen het recht om hetzelfde te doen. Dan zullen er steeds meer bloeiers en minder snoeiers komen.